Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als hij zich cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een eik, en [55]hij versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een [56]olmboom, en de regen maakt [dien] groot. 55. Of, verkloekt zich, of gebruikt zijne sterkte; te weten om de bomen af te houwen; of hij laat de bomen sterk worden in het woud; te weten eer hij die afhouwt en tot timmeren gebruikt. 56. Of, essenboom.